Winkelwagen

    Sorry, we konden geen resultaten vinden voor jouw zoekopdracht.

    Wat zijn DNS en nameservers?

    In dit artikel geven we aan hoe DNS en nameservers van domeinnamen werken. Daarnaast leggen we uit welke verschillende DNS-records je bij TransIP kuntgebruiken. De verzameling DNS-records voor je domeinnaam noemen we DNS instellingen. Bij TransIP kun je kosteloos en eenvoudig je DNS en nameservers beheren.


    Nameservers

    Voordat we dieper in gaan op DNS, is het belangrijk om te weten wat de nameservers van een domeinnaam doen. De DNS-records van je domeinnaam worden in de nameservers van je domeinnaam opgeslagen.

    Zodra je bijvoorbeeld een domeinnaam in de adresbalk van je browser invoert, wordt er een verzoek gedaan naar de nameservers die voor het domein zijn ingesteld. De nameservers geven vervolgens het IP-adres terug die in de DNS-instellingen van de domeinnaam staan.

    Wanneer je een domeinnaam bij TransIP hebt geregistreerd, wordt er standaard gebruik gemaakt van de TransIP-nameservers. Als een domeinnaam deze nameservers gebruikt, betekent dit dat de bijbehorende DNS-records in jouw controlepaneel actief zijn.

    domein nameservers

    Het is natuurlijk ook goed mogelijk dat je andere nameservers wil gebruiken, bijvoorbeeld als je website bij een andere provider gehost wordt. Sommige providers vragen in dat geval namelijk om hun nameservers te gebruiken. De DNS-records beheer je dan ook bij de andere provider en niet in je controlepaneel.

    In het artikel 'DNS en nameservers aanpassen via het controlepaneel' lees je hoe je de nameservers van je domeinnaam aanpast.


    DNS

    Domeinnamen maken gebruik van DNS, wat staat voor Domain Name System. Voor je domeinnaam kun je zogenaamde DNS-records instellen. Hiermee laat je bijvoorbeeld je domeinnaam naar een website of e-mailserver wijzen.

    Je vindt de DNS-records van je domeinnamen terug in je controlepaneel. Ga hiervoor in je controlepaneel naar het tabblad 'Domein & Hosting' en klik in de linkerkolom op het domein waar je de DNS voor wilt beheren (niet aanvinken).

    Scrol nu naar 'Geavanceerd Domeinbeheer', gevolgd door 'DNS'. Zie je dit nog niet terug, zet dan eerst de schakelaar om achter 'TransIP instellingen'. Je ziet daarna een overzicht terug van jouw DNS-records.

    domein geavanceerd domeinbeheer

    In het artikel 'DNS en nameservers aanpassen via het controlepaneel' vind je een uitgebreide uitleg over hoe je DNS-records in je controlepaneel instelt.


    Welke type DNS-records kan ik gebruiken?

    Er zijn tal van DNS-records waarmee je je domeinnaam kan beheren. Hieronder zie je een overzicht van de DNS-records die je in je controlepaneel kunt instellen. 

    Mocht je meer informatie willen over een specifiek DNS-record en het instellen hiervan, klik dan hieronder op het type record om naar het bijbehorende artikel te gaan.

    • A-Record: Voor het koppelen van een IPv4 adres aan het (sub)domein.
    • AAAA-Record: Voor het koppelen van een IPv6 adres aan het (sub)domein.
    • CNAME-Record: Voor het koppelen van een subdomein aan een ander (sub)domein.
    • MX-Record: Voor het versturen van e-mail, door een mailserver op te geven. 
    • TXT-Record: Van origine voor het toevoegen van leesbare tekst in DNS-records. Tegenwoordig gebruikt voor allerlei zaken zoals SPF en DKIM-records.  
      • SPF-Record: SPF-records zijn een variatie op het TXT-record en worden gebruikt om aan te geven welk IP-adres of hostnaam toestemming heeft om te mailen vanaf jouw domeinnaam. 
      • DKIM-Record: DKIM-records zijn een variatie op het TXT-record en worden gebruikt voor het valideren van de afzender van e-mail. 
    • CAA-Record: Voor het specificeren van de 'Certificate Authority('s)' die SSL-certificaat voor jouw (sub)domein mag uitgeven. 
    • SRV-Record: Voor het specificeren van een locatie van een service op het (sub)domein. 
    • NS-record: Voor het gebruik van aparte nameservers voor subdomeinen. 
    • TLSA-record: Voor het koppelen van een TLS Server (X.509) certificaat of 'public key' aan een domeinnaam. 
    • NAPTR-record: Bijvoorbeeld voor het toewijzen van servers en gebruikersadressen in het Session Initiation Protocol (SIP). 
    • ALIAS-record: Voor het verwijzen van je hoofddomein (root domein) naar een ander (sub)domein. 
    • DS-record: Alleen van toepassing bij subdomeinen die je met NS-records naar externe nameservers verwezen hebt en die je ook met DNSSEC wilt beveiligen.

    In dit artikel hebben we uitleg gegeven over DNS-records en nameservers. Wil je weten hoe je DNS-records en nameservers in je controlepaneelt instelt, maak dan gebruik van het artikel 'DNS en nameservers aanpassen via het controlepaneel'.

    Check het artikel 'De DNS instellingen van mijn webhostingpakket' om te zien hoe je de DNS-records van jouw webhostingpakket instelt,

    Mocht je na het lezen van dit artikel nog vragen hebben, neem dan contact op met onze supportafdeling. Je bereikt hen via de knop 'Neem contact op' aan de onderzijde van deze pagina.

    Wil je dit artikel met andere gebruikers bespreken, laat dan vooral een bericht achter onder 'Reacties'.

    Voor vragen over het instellen van DNS-records of nameservers van externe hosting of e-mail kan je het beste contact opnemen met je hosting- of e-mailprovider.

    Kom je er niet uit?

    Ontvang persoonlijke hulp van onze supporters

    Neem contact op