Winkelwagen

    Sorry, we konden geen resultaten vinden voor jouw zoekopdracht.

    Een intern IP-adres instellen op je Linux-VPS

    Wanneer je jouw VPS-en hebt toegevoegd aan een Private Network, dan zul je voordat je hier volledig gebruik van kunt maken eerst nog interne IP-adressen moeten instellen.

    In de voorbeelden wordt er van de 192.168.0.0/16 range gebruik gemaakt. Je kunt echter zelf kiezen uit een van de in de RFC vastgestelde IP-ranges voor gebruik binnen private networks: 10.0.0.0/8, 172.16.0.0/12 en 192.168.0.0/16. Tevens gebruiken de voorbeelden nano als editor, maar het staat je vrij je favoriete editor te gebruiken.

    Dit artikel behandelt verschillende Linux OS'en. Voor Windows, zie dit artikel.

    • Voer de stappen in dit artikel uit als root, of gebruiker met sudorechten.
       
    • Bij verkeerde aanpassingen kun je jouw VPS onbereikbaar maken. Zorg er dan ook voor dat je ook toegang via de console in het controlepaneel hebt (indien je dit via SSH uitvoert). Daarnaast is het sterk aanbevolen van te voren een Snapshot te maken waar je op kunt terugvallen.

    Fast Installs

     

    Let op: Maak je gebruik van de fast installs feature voor VPS en heb je daarbij gekozen voor installatie via SSH-keys, eenmalig wachtwoord, of cloud-config user data? Dan komen er enkele aanvullende stappen kijken bij de configuratie, ongeacht welk besturingssysteem je gebruikt. Klik hieronder op 'Fast installs proces' voor deze stappen.

    Voor Fast Installs maken we gebruik van Cloud Init. Cloud Init overschrijft automatisch je netwerkconfiguratie en om die reden moet Cloud Init, of de Cloud Init controle over het netwerk uitgeschakelt worden als volgt (je bent vrij te kiezen welke van de twee opties je gebruikt):

     

    Stap 1

     

    Cloud Init netwerkbeheer uitschakelen

    Open/maak het volgende bestand aan:

    nano /etc/cloud/cloud.cfg.d/99-disable-network-config.cfg

    Geef het bestand de inhoud hieronder. Sla vervolgens je wijzigingen op en sluit het bestand (ctrl + x > y > enter).

    network: config: disabled 

     

    Cloud Init uitschakelen

    Cloud Init wordt enkel gebruikt voor de initiële installatie van je VPS. Het kan dan ook geen kwaad om Cloud Init geheel uit te schakelen. Dit kun je doen door enkel één leeg bestand aan te maken:

    touch /etc/cloud/cloud-init.disabled

    In het geval van CentOS of AlmaLinux kun je nu verder gaan met de configuratie van je private network IP-adres.


     

    Stap 2 - Aanvullend voor Ubuntu/Debian:

    Om verwarring in de toekomst te voorkomen is het aan te raden om het netwerkconfiguratiebestand dat door Cloud Init is aangemaakt te hernoemen naar 01-netcfg.yaml. Je kunt dit doen met het commando:

    mv /etc/netplan/50-cloud-init.yaml /etc/netplan/01-netcfg.yaml

    Je kunt nu verder gaan met je private network IP-configuratie. Mocht je na het doorlopen van deze handleiding blijken dat Cloud Init de wijziging niet goed verwerkt heeft, voer dan nog het volgende commando uit:

    dpkg-reconfigure cloud-init

    AlmaLinux 8

     

    Stap 1

    Log in op je VPS via SSH of de VPS console.


     

    Stap 2

    Controleer de naam van je private network-adapter. Dit doe je met het commando:

    ip a
    

    Je krijgt een output te zien zoals hieronder. Voor AlmaLinux zal de naam meestal eth1 zijn (eth0 is de publieke adapter).

    1: lo: <LOOPBACK,UP,LOWER_UP> mtu 65536 qdisc noqueue state UNKNOWN group default qlen 1000
        link/loopback 00:00:00:00:00:00 brd 00:00:00:00:00:00
        inet 127.0.0.1/8 scope host lo
           valid_lft forever preferred_lft forever
        inet6 ::1/128 scope host
           valid_lft forever preferred_lft forever
    2: eth0: <BROADCAST,MULTICAST,UP,LOWER_UP> mtu 1500 qdisc fq_codel state UP group default qlen 1000
        link/ether 52:54:00:bb:ae:2c brd ff:ff:ff:ff:ff:ff
        inet 136.144.231.47/24 brd 136.144.231.255 scope global dynamic noprefixroute eth0
           valid_lft 84992sec preferred_lft 84992sec
        inet6 2a01:7c8:d005:298:5054:ff:febb:ae2c/64 scope global dynamic mngtmpaddr
           valid_lft 2591969sec preferred_lft 604769sec
        inet6 fe80::5054:ff:febb:ae2c/64 scope link
           valid_lft forever preferred_lft forever
    4: eth1: <BROADCAST,MULTICAST,UP,LOWER_UP> mtu 1500 qdisc fq_codel state UP group default qlen 1000
        link/ether 52:54:00:c3:4e:be brd ff:ff:ff:ff:ff:ff
        inet6 fe80::4efd:854e:cbde:1676/64 scope link noprefixroute
           valid_lft forever preferred_lft forever

     

    Stap 3

    Open een nieuw bestand voor de configuratie van je private network adapter. Gebruik je NetworkManager? Dan bestaat dit bestand al.

    nano /etc/sysconfig/network-scripts/ifcfg-eth1

    (eth1 is de naam van je private network adapter. eth0 is de adapter van je public network.)


     

    Stap 4

    Voeg onderstaande opties toe / pas de bestaande configuratie aan. Vervang het IP achter 'IPADDR' door het IP-adres dat je daadwerkelijk wil gebruiken.

    DEVICE=eth1
    ONBOOT=yes
    NETBOOT=yes
    BOOTPROTO=static
    IPADDR=192.168.1.2
    NETMASK=255.255.255.0
    ZONE=public
    USERCTL=no

     

    Stap 5

    Sla je instellingen op en sluit je editor (ctrl + > > enter). Voer tot slot het volgende commando uit om het netwerk te herstarten:

    ifdown eth1 && ifup eth1
    

     

    Optioneel: extra private IP's

    Wil je nog meer interne IP's instellen, dan breid je de configuratie in stap 3 uit met IPADDR1, IPADDR2, etc. en NETMASK1, NETMASK2, etc.:

    DEVICE=eth1
    ONBOOT=yes 
    NETBOOT=yes
    BOOTPROTO=static 
    IPADDR=192.168.1.2 
    IPADDR1=192.168.1.3 
    NETMASK=255.255.255.0 
    NETMASK1=255.255.255.0 
    ZONE=public
    USERCTL=no

    CentOS 7

     

    Stap 1

    Log in op je VPS via SSH of de VPS console.


     

    Stap 2

    Controleer de naam van je private network-adapter. Dit doe je met het commando:

    ip a
    

    Je krijgt een output te zien zoals in onderstaand screenshot. Voor CentOS 7 zal de naam meestal eth1 zijn.

    ipa centos7 eth1


     

    Stap 3

    Open een nieuw bestand voor de configuratie van je private network adapter. Gebruik je NetworkManager? Dan bestaat dit bestand al.

    nano /etc/sysconfig/network-scripts/ifcfg-eth1

    (eth1 is de naam van je private network adapter. eth0 is de adapter van je public network.)


     

    Stap 4

    Voeg onderstaande opties toe / pas de bestaande configuratie aan. Vervang het IP achter 'IPADDR' door het IP-adres dat je daadwerkelijk wil gebruiken.

    DEVICE=eth1
    ONBOOT=yes
    NETBOOT=yes
    BOOTPROTO=static
    IPADDR=192.168.1.2
    NETMASK=255.255.255.0
    ZONE=public

     

    Stap 5

    Sla je instellingen op en sluit je editor (ctrl + > > enter). Voer tot slot het volgende commando uit om het netwerk te herstarten:

    systemctl restart network
    

     

    Optioneel: extra private IP's

    Wil je nog meer interne IP's instellen, dan breid je de configuratie in stap 3 uit met IPADDR1, IPADDR2, etc. en NETMASK1, NETMASK2, etc.:

    DEVICE=eth1
    ONBOOT=yes 
    NETBOOT=yes
    BOOTPROTO=static 
    IPADDR=192.168.1.2 
    IPADDR1=192.168.1.3 
    NETMASK=255.255.255.0 
    NETMASK1=255.255.255.0 
    ZONE=public

    CentOS 8

     

    Stap 1

    Log in op je VPS via SSH of de VPS console.


     

    Stap 2

    Controleer de naam van de netwerkadapter van je private network met het commando:

    ip a

    Meestal heet de adapter ens7 (ens8 komt bijvoorbeeld ook voor):


     

    Stap 3

    Open een nieuw bestand voor de configuratie van je private network adapter. Gebruik je NetworkManager? Dan bestaat dit bestand waarschijnlijk al, maar met lege inhoud.

    nano /etc/sysconfig/network-scripts/ifcfg-ens7

    (ens7 is hier de naam van je private network adapter, ens3 is de adapter van je public network.)


     

    Stap 4

    Voeg onderstaande opties toe / pas de bestaande configuratie aan. Vervang het IP achter 'IPADDR' door het IP-adres dat je daadwerkelijk wil gebruiken.

    Pas indien aanwezig niet de waardes achter HWADDR, UUID, etc. aan.

    DEVICE=ens7
    ONBOOT=yes
    NETBOOT=yes
    BOOTPROTO=static
    IPADDR=192.168.1.2
    NETMASK=255.255.255.0
    ZONE=public

     

    Stap 5

    Sla je instellingen op en sluit je editor (ctrl + > > enter). Voer tot slot de volgende commando's uit om het netwerk te herstarten:

    nmcli networking off
    nmcli networking on

    Voor het eerste IP op je private network werkt systemctl restart NetworkManager ook, maar niet voor extra IP's (zie hieronder).


     

    Optioneel: extra private IP's

    Wil je nog meer interne IP's instellen, dan breid je de configuratie in stap 3 uit met IPADDR1, IPADDR2, etc. en NETMASK1, NETMASK2, etc.:

    DEVICE=ens7
    ONBOOT=yes 
    NETBOOT=yes
    BOOTPROTO=static 
    IPADDR=192.168.1.2 
    IPADDR1=192.168.1.3 
    NETMASK=255.255.255.0 
    NETMASK1=255.255.255.0 
    ZONE=public

    Debian 8

     

    Stap 1

    Log in op je VPS via SSH of de VPS console.


     

    Stap 2

    Open de netwerkconfiguratie:

    nano /etc/network/interfaces

     

    Stap 3

    Kies een intern IP-adres dat je wilt gebruiken en voer onderaan het bestand (i.e. onder de bestaande configuratie) de volgende configuratie in:

    auto eth1
    iface eth1 inet static
       address 192.168.1.2
       netmask 255.255.255.0

    De configuratie voor eth0 is reeds opgenomen in het bestand. Door bovenstaande code toe te voegen configureer je je private network adapter eth1 met een statisch IP-adres.


     

    Stap 4

    Sla je instellingen op en sluit je editor (ctrl + > > enter). Voer tot slot het volgende commando uit om het netwerk te herstarten:

    systemctl restart networking

     

    Optioneel: extra private IP's

    Wil je nog meer interne IP's instellen, dan doe je dat op dezelfde manier als wanneer je extra reguliere IP-adressen toevoegt (deze constructie gebruik je per IP, dus een derde IP krijgt de interface naam eth1:1, een vierde eth1:2 etc):

    auto eth1:0
    allow-hotplug eth1:0
    iface eth1:0 inet static
         address 192.168.1.3
         netmask 255.255.255.0

    Debian 9

    Op moment van schrijven is er nog geen duidelijke documentatie van Debian zelf over het toevoegen van interne IP-adressen in Debian 9.

    Bij wijzigingen in de netwerkconfiguratie is een reboot nodig. Andere opties zoals service networking restart, of ifdown ens3 && ifup ens3 maken je IP-adressen onbereikbaar! Wanneer Debian de documentatie voor Debain 9 heeft bijgewerkt zullen wij dit ook aanpassen in onze documentatie.

    Stap 1

    Log in op je VPS via SSH of de VPS console.


     

    Stap 2

    Open je netwerkconfiguratie:

    nano /etc/network/interfaces

     

    Stap 3

    Voeg de configuratie voor ens7 toe onderaan het geopende bestand.

    auto ens7
    iface ens7 inet static
      address 192.168.1.2
      netmask 255.255.255.0

    Je voegt hier dus een nieuwe interface toe direct onder de bestaande (ens3). Pas niet niet de bestaande 'public' interface (ens3) aan.


     

    Stap 4

    Sla je instellingen op en sluit je editor (ctrl + > > enter). Herstart tot slot je VPS om de wijzigingen te verwerken. Andere opties werken op moment van schrijven niet.

    reboot
    

     

    Optioneel: extra private IP's

    Wil je nog meer interne IP's instellen? Je voegt dan voor ieder IP-adres apart een extra (soort van) sub-adapter toe in je configuratie:

    auto ens7:0
    allow-hotplug ens7:0
    iface ens7:0 inet static
      address 192.168.1.3
      netmask 255.255.255.0

    Deze constructie gebruik je per IP-adres. Een derde IP-adres krijgt dus de interface naam ens7:1, een vierde ens7:2 etc.


    Debian 10

     

    Stap 1

    Log in op je VPS via SSH of de VPS console.


     

    Stap 2

    Open je netwerkconfiguratie:

    nano /etc/network/interfaces

     

    Stap 3

    Voeg de configuratie voor ens7 toe onderaan het geopende bestand.

    auto ens7
    iface ens7 inet static
      address 192.168.1.2
      netmask 255.255.255.0

    Je voegt hier dus een nieuwe interface toe direct onder de bestaande (ens3). Pas niet niet de bestaande 'public' interface (ens3) aan.


     

    Stap 4

    Sla je instellingen op en sluit je editor (ctrl + > > enter). Herstart tot slot je netwerk om de wijzigingen te verwerken. Andere opties werken op moment van schrijven niet.

    systemctl restart networking
    

     

    Optioneel: extra private IP's

    Wil je nog meer interne IP's instellen? Je voegt dan voor ieder IP-adres apart een extra (soort van) sub-adapter toe in je configuratie:

    auto ens7:0
    allow-hotplug ens7:0
    iface ens7:0 inet static
      address 192.168.1.3
      netmask 255.255.255.0

    Deze constructie gebruik je per IP-adres. Een derde IP-adres krijgt dus de interface naam ens7:1, een vierde ens7:2 etc.


    Debian 11

     

    Stap 1

    Log in op je VPS via SSH of de VPS console.


     

    Stap 2

    Open je netwerkconfiguratie:

    nano /etc/network/interfaces

     

    Stap 3

    Voeg de configuratie voor ens7 toe onderaan het geopende bestand.

    auto ens7
    iface ens7 inet static
      address 192.168.1.2
      netmask 255.255.255.0

    Je voegt hier dus een nieuwe interface toe direct onder de bestaande (ens3). Pas niet niet de bestaande 'public' interface (ens3) aan.

    Let op: het kan zijn dat jouw Debian 11 VPS ens8 gebruikt. Dit kun je bijvoorbeeld met het ip a commando controleren.


     

    Stap 4

    Sla je instellingen op en sluit je editor (ctrl + > > enter). Herstart tot slot je VPS om de wijzigingen te verwerken. Andere opties werken op moment van schrijven niet.

    reboot

     

    Optioneel: extra private IP's

    Wil je nog meer interne IP's instellen? Je voegt dan voor ieder IP-adres apart een extra (soort van) sub-adapter toe in je configuratie:

    auto ens7:0
    allow-hotplug ens7:0
    iface ens7:0 inet static
      address 192.168.1.3
      netmask 255.255.255.0

    Deze constructie gebruik je per IP-adres. Een derde IP-adres krijgt dus de interface naam ens7:1, een vierde ens7:2 etc.


    FreeBSD

    Let op! Hoewel volledig op FreeBSD gebaseerd, werken onderstaand instructies NIET voor pfSense. Hiervoor zul je altijd via de interface van pfSense private IP's moeten toevoegen.

     

    Stap 1

    Log in op je VPS via SSH of de VPS console.


     

    Stap 2

    Open de netwerkconfiguratie (Nano is niet standaard in FreeBSD):

    vi /etc/rc.conf

     

    Stap 3

    In de configuratie is waarschijnlijk je private network interface (vtnet1) nog niet opgenomen. Voer de configuratie voor vtnet1 (de private network interface) in. Kies hier een intern IP-adres dat je wilt gebruiken, bijvoorbeeld:

    ifconfig_vtnet1="inet 192.168.1.2 netmask 255.255.255.0"

    Het resultaat ziet er dan bijvoorbeeld als volgt uit:

    freebsd network configuration with private network config


     

    Stap 4

    Sla je instellingen op (:wq!) en voer het volgende commando uit om het netwerk te herstarten:

    /etc/rc.d/netif restart

    Je kunt vervolgens je IP-adres testen met een ping opdracht:

    ping 192.168.1.2

    Ubuntu 16.04

    Vanaf Ubuntu 16.04 wordt er gebruik gemaakt van PredictableNetworkInterfaceNames en wordt er niet meer standaard gebruik gemaakt van de 'eth1' interface voor de private network-interface. In plaats daarvan zal deze interface een "ens" interface toebedeeld krijgen wanneer je deze toevoegt aan een private network.

     

    Stap 1

    Log in op je VPS via SSH of de VPS console.


     

    Stap 2

    Open je netwerkconfiguratie:

    nano /etc/network/interfaces

     

    Stap 3

    Voeg de configuratie voor ens7 toe onderaan het geopende bestand.

    auto ens7
    iface ens7 inet static
      address 192.168.1.2
      netmask 255.255.255.0

    Je voegt hier dus een nieuwe interface toe direct onder de bestaande (ens3). Pas niet niet de bestaande 'public' interface (ens3) aan.


     

    Stap 4

    Sla je instellingen op en sluit je editor (ctrl + > > enter). Voer tot slot het volgende commando uit om het netwerk te herstarten:

    systemctl restart networking
    

     

    Optioneel: extra private IP's

    Wil je nog meer interne IP's instellen? Je voegt dan voor ieder IP-adres apart een extra (soort van) sub-adapter toe in je configuratie:

    auto ens7:0
    allow-hotplug ens7:0
    iface ens7:0 inet static
      address 192.168.1.3
      netmask 255.255.255.0

    Deze constructie gebruik je per IP, dus een derde IP krijgt de interface naam ens7:1, een vierde ens7:2 etc.


    Ubuntu 18.04

     

    Stap 1

     

    Log in op je VPS via SSH of de VPS console.


     

    Stap 2

    Controleer eerst de naam van je private netwerkinterface met het commando:

    ip a

    In de output is ens3 je publieke adapter. Let er op dat als je adapter een ander getal dan ens7 gebruikt, je dit aanpast in de stappen hieronder.


     

    Stap 3

    Open je netwerkconfiguratie:

    nano /etc/netplan/01-netcfg.yaml

     

    Stap 4

    Voeg de configuratie voor ens7 toe onderaan het geopende bestand.

    ens7:
      dhcp4: no
      addresses:
       - 192.168.1.2/24

    Je voegt hier dus een nieuwe interface toe direct onder de bestaande (ens3). Pas niet niet de bestaande 'public' interface (ens3) aan.

    In een enkel geval kan het voorkomen dat de syntax hierboven niet werkt. Alternatief kun je dan je IP-adres als volgt toevoegen:

    ens7: 
      dhcp4: no
      addresses: [192.168.1.2/24]

     

    Stap 5

    Sla je instellingen op en sluit je editor (ctrl + > > enter). Voer tot slot het volgende commando uit om de configuratie te verwerken:

    netplan apply
    

    Je kunt je nieuwe private-IP controleren met het commando:

    ip a
    

     

    Optioneel: extra private IP's

    Eventuele extra IP's voeg je direct toe onder het rijtje 'addresses' in je configuratie zoals in het voorbeeld hieronder.

    ens7:
      dhcp4: no
      addresses:
       - 192.168.1.2/24
       - 192.168.1.3/24

    Of alternatief:

    ens7:
      dhcp4: no
      addresses: [192.168.1.2/24, 192.168.1.3/24]

    Ubuntu 20.04

     

    Stap 1

    Log in op je VPS via SSH of de VPS console.


     

    Stap 2

    Controleer eerst de naam van je private netwerkinterface met het commando:

    ip a

    In de output is ens3 je publieke adapter. Let er op dat als je adapter een ander getal dan ens7 gebruikt, je dit aanpast in de stappen hieronder.


     

    Stap 3

    Open je netwerkconfiguratie:

    nano /etc/netplan/01-netcfg.yaml

     

    Stap 4

    Voeg de configuratie voor ens7 toe onderaan het geopende bestand. Let daarbij op dat de spaties overeen moeten komen met de configuratie van je primaire adapter (ens3).

    ens7:
      dhcp4: no
      addresses:
       - 192.168.1.2/24

    Je voegt hier dus een nieuwe interface toe direct onder de bestaande (ens3). Pas niet niet de bestaande 'public' interface (ens3) aan.

    In een enkel geval kan het voorkomen dat de syntax hierboven niet werkt. Alternatief kun je dan je IP-adres als volgt toevoegen:

    ens7: 
      dhcp4: no
      addresses: [192.168.1.2/24]

     

    Stap 5

    Sla je instellingen op en sluit je editor (ctrl + > > enter). Voer tot slot het volgende commando uit om de configuratie te verwerken:

    netplan apply
    

    Je kunt je nieuwe private-IP controleren met het commando:

    ip a
    

     

    Optioneel: extra private IP's

    Eventuele extra IP's voeg je direct toe onder het rijtje 'addresses' in je configuratie zoals in het voorbeeld hieronder.

    ens7:
      dhcp4: no
      addresses:
       - 192.168.1.2/24
       - 192.168.1.3/24

    Of alternatief:

    ens7:
      dhcp4: no
      addresses: [192.168.1.2/24, 192.168.1.3/24]

    Ubuntu 22.04

     

    Stap 1

    Log in op je VPS via SSH of de VPS console.


     

    Stap 2

    Controleer eerst de naam van je private netwerkinterface met het commando:

    ip a

    In de output is ens3 je publieke adapter. Let er op dat als je adapter een ander getal dan ens7 gebruikt, je dit aanpast in de stappen hieronder.


     

    Stap 3

    Open je netwerkconfiguratie:

    nano /etc/netplan/01-netcfg.yaml

     

    Stap 4

    Voeg de configuratie voor ens7 toe onderaan het geopende bestand. Let daarbij op dat de spaties overeen moeten komen met de configuratie van je primaire adapter (ens3).

    ens7:
      dhcp4: no
      addresses:
       - 192.168.1.1/24

    Je voegt hier dus een nieuwe interface toe direct onder de bestaande (ens3). Pas niet niet de bestaande 'public' interface (ens3) aan.

    In een enkel geval kan het voorkomen dat de syntax hierboven niet werkt. Alternatief kun je dan je IP-adres als volgt toevoegen:

    ens7: 
      dhcp4: no
      addresses: [192.168.1.1/24]

     

    Stap 5

    Sla je instellingen op en sluit je editor (ctrl + > > enter). Voer tot slot het volgende commando uit om de configuratie te verwerken:

    netplan apply
    

    Je kunt je nieuwe private-IP controleren met het commando:

    ip a
    

     

    Optioneel: extra private IP's

    Eventuele extra IP's voeg je direct toe onder het rijtje 'addresses' in je configuratie zoals in het voorbeeld hieronder.

    ens7:
      dhcp4: no
      addresses:
       - 192.168.1.1/24
       - 192.168.1.2/24

    Of alternatief:

    ens7:
      dhcp4: no
      addresses: [192.168.1.1/24, 192.168.1.2/24]

    Kom je er niet uit?

    Ontvang persoonlijke hulp van onze supporters

    Neem contact op