Hulpartikel overzicht

Hulpartikel

Wijziging licensering Windows Server 2008 en 2012

Als je een Windows-VPS bij ons afneemt, krijg je daar automatisch een licentie voor Windows Server bij. Die licentie mogen wij jou aanbieden omdat wij SPLA-partner van Microsoft zijn.

In dit artikel leggen wij uit hoe Windows Server-licenties binnen dit SPLA-model werken, en wat er gewijzigd is op dit gebied voor Windows Server 2008- en 2012-licenties.


Wat is SPLA?

SPLA staat voor Service Provider License Agreement en geeft een partij (bijv. TransIP) het recht om bepaalde Microsoft-licenties te mogen aanbieden.

Het SPLA-programma is gericht op serviceproviders en onafhankelijke software aanbieders die Microsoft OS'en en software aan eindgebruikers willen aanbieden.


Windows Server-licenties

Binnen het SPLA-model worden de licentiekosten voor Windows Server maandelijks berekend op basis van het aantal cores van een server. Dit heet het 'per core'-model.

Bij een 'per core'-model, is voor iedere CPU core/thread op een server een licentie nodig. TransIP gebruikt Windows Server-licenties, waarbij gekeken wordt naar het totaal aantal cores/threads op de server. 

Het aantal VPS'en op een hypervisor kan verschillen. Bij Windows Server kijken wij daarom naar het gemiddeld aantal VPS'en dat op een hypervisor gehost wordt, in verhouding tot het aantal cores van onze hypervisors. Op basis daarvan is een gemiddeld tarief berekend voor het gehele platform.


De licentiewijziging van Windows Server 2008 en 2012

In het verleden werden Windows Server-licenties niet per core, maar per processor gelicenseerd. Bij licensering per processor wordt gekeken naar het aantal fysieke processors op een server, ongeacht het aantal cores / threads.

Microsoft is voor Windows Server-licenties enkele jaren geleden echter overgestapt op een per core-model. De redenen hiervoor zijn dat het per core model volgens Microsoft een meer consistente en lineaire licensering biedt:

  • Het biedt een preciezere meting van het vermogen van een server. Het aantal cores kan per processor namelijk flink verschillen. Door per core te meten in plaats van per CPU biedt dit een eerlijkere berekening.
  • Het model biedt één enkele standaard die gebruikt kan worden voor fysieke servers en virtuele-/cloud-omgevingen.

Tegenwoordig hebben CPU's meer cores dan vroeger, waardoor de prijzen van licenties in het per core model hoger liggen.

In 2016 hebben wij nog een contract kunnen tekenen met Microsoft waarin Windows Server 2008 en 2012 via het oude en goedkopere 'per processor'-model gelicenseerd werden. Windows Server 2016 en 2019 hebben altijd gebruik gemaakt van het 'per core'-model.

Inmiddels bestaat het 'per processor'-model voor Windows Server niet meer. Bij de verlenging van ons contract met Microsoft in 2019, moesten wij daarom voor 2008 en 2012 ook overstappen op het 'Per core'-model. Vanaf dat moment worden Windows Server 2008 en 2012 dus op dezelfde manier berekend als Windows Server 2016 en 2019.


 

Mocht je aan de hand van dit artikel nog vragen hebben, aarzel dan niet om onze supportafdeling te benaderen. Je kunt hen bereiken via de knop 'Neem contact op' onderaan deze pagina.

Wil je dit artikel met andere gebruikers bespreken, laat dan vooral een bericht achter onder 'Reacties'.

Heb je ook een goed idee?

Stuur jouw idee in! Met genoeg stemmen komt jouw idee op onze wishlist!

Heeft dit artikel je geholpen?

Maak een account aan of log in om een beoordeling achter te laten.

Reacties

Maak een account aan of log in om een reactie te plaatsen.

Kom je er niet uit?

Ontvang persoonlijke hulp van onze supporters

Neem contact op